hazendonkgroep

De Hazendonkgroep, ook wel Hazendonk 3 genoemd, was een cultuurgroep van boeren, vissers en jager-verzamelaars, in een zeer geleidelijk verlopend neolithisatieproces. Het wordt ook wel bestempeld als een midden-neolithische groep. De Hazendonkers kenden zowel residentiële nederzettingen als tijdelijke (jacht-)kampementen en ‘special activity’ sites. Zij leefden gedurende een relatief korte periode: tussen 3800 en 3400 v. Christus. Hun leefgebied bevond zich in het Rijn-Delta-gebied tussen Delfland en Nijmegen, met een uitloop in Nederlands- en Belgisch Limburg.

Afb. Aangetroffen sites van de Hazendonkgroep

Verondersteld wordt dat, naast het meer sedentair wonen, de Hazendonkers in deze periode in aantal toenam. Ook zou er meer sociale differentiatie zijn ontstaan; een proces waarbij een aanvankelijk homogeen sociaal systeem wordt opgedeeld in subsystemen met elk hun eigen functie, karakter en samenstelling.

Tijdens de periode van de Hazendonkgroep leefden er in Nederland ook de (late) Swifterbantcultuur en de Michelsbergcultuur.

De naam is afkomstig van één van de eerste vindplaatsen van hun aardewerk, in Hazendonk bij Molenaarsgraaf, bij Alblasserwaard in Zuid-Holland. Deze donk is nu in de weilanden bij Molenaarsgraaf als een kleine verhoging te zien, ongeveer 1 meter boven het maaiveld met een groepje vlierstruiken.

Afb. Luchtopname van de archeologische vindplaats De Hazendonk in de polders bij Molenaarsgraaf.

De naam is afkomstig van één van de eerste vindplaatsen van hun aardewerk, in Hazendonk bij Alblasserwaard in Zuid-Holland.

De oorsprong van de Hazendonkgroep is niet helemaal duidelijk. In het Neolithicum ontstonden uit de contacten tussen lokale (mesolithische) groepen onderling en tussen deze groepen en vroege landbouwers ‘nieuwe’ culturele groepen, waaronder de Hazendonkers ten tijde van de Swifterbantcultuur en de Michelsbergcultuur. Veel onderzoekers zien, op basis van de geografische ligging, eerder een verband met de Swifterbantcultuur dan met de Michelsbergcultuur. Sommige onderzoekers zijn er zelfs van overtuigd dat de Hazendonkgroep is ontstaan uit de zuidelijke Swifterbantcultuur. Bij de zuidelijke groep van de Swifterbantcultuur zou volgens hen geen fase ‘laat- Swifterbant’ (4300 – 3400 v. Chr.) tot ontwikkeling zijn gekomen. In plaats daarvan zou de Hazendonkgroep zijn ontstaan.

Of de Hazendonkers als aparte groep gerekend moeten worden, daarover verschillen de meningen. Op grond van de overeenkomsten in aardewerk wordt wel aangenomen dat de Hazendonkgroep de noordwestelijke tak van de Michelsbergcultuur vertegenwoordigt. Maar op basis van het neolithisatieproces, worden de Hazendonkers door een aantal onderzoekers beschouwd als een aparte archeologische groep. De Hazendonkers waren verder ontwikkeld dan de Swifterbanters op de noordelijke zandgronden, maar minder ver dan de Michelsbergers in de zuidelijke lössgordel.

De bewoning in de regio van Delfland kwam ten einde door verdrassing. Er kwam, rond 3350 v. Chr., een overgang naar de Vlaardingengroep. De oostelijke versie van de Hazendonkgroep werd opgevolgd door de Steingroep. Vanwege de overeenkomsten in materiële cultuur tussen deze twee groepen, worden deze ook wel tot hetzelfde culturele complex beschouwd.

De volgende onderdelen komen aan bod: Wonen, voedselvoorziening, materialen en techniek, maatschappelijke relaties en begrafenisrituelen.