leefomgeving
In welk gebied leefden de Swifterbanters? Dat komt in deze introductie hieronder aan de orde. In de volgende subpagina’s wordt verder ingegaan op het klimaat en landschap waarin zij leefden en welke buren er in hun omgeving woonden: De Bandkeramische cultuur, de Rössencultuur, de Michelsbergcultuur en de Hazendonkgroep. De focus ligt daarbij op het Nederlandse leefgebied van de Swifterbanters.

Leefgebied
Van de Swifterbantcultuur zijn met name vondsten aangetroffen in het kust- en rivierengebied van Nederland. Een aantal losse vondsten zijn gedaan in de Pleistocene zandgronden (zie later op deze pagina, afbeelding 91 ‘Landschap van Nederland en Swifterbant t.t.v. resp. 5500 v. Chr. en 3850 v. Chr.’). Ook in de aangrenzende delen van België en Duitsland zijn vondsten van de Swifterbantcultuur aangetroffen.
Deze regio strekt zich uit van de Schelde in het zuidwesten tot de Elbe in het noordoosten. Er zijn hierbinnen drie rivierstroomgebieden te onderscheiden: 1. Schelde, 2. Rijn-Maas en 3. Vecht-Hunnepe-Eem (IJsselmeergebied).


In Nederland zijn ruim 20 vindplaatsen (zowel bewoningssporen als artefacten). De Swifterbantsites clusteren zich voor zover bekend in Nederland in twee gebieden, namelijk het IJsselmeerbekken, de huidige IJsselmeerpolders, en de Alblasserwaard in de Rijn-Maas delta, het huidige rivierengebied. Een aantal belangrijke vindplaatsen buiten Nederland zijn DoelDeurganckdok in België en Hüde I in Duitsland.
Hoeveel Swifterbanters er in Nederland leefden, is niet bekend. Geschat wordt dat rond het begin van de Swifterbantcultuur ongeveer 2000 mensen in Nederland leefden, incl. andere culturen die toen voorkwamen (zie afb. 88 op de subpagina ‘Gevolgen agrarische revolutie‘). De bevolking in Nederland groeide snel door; aan het einde van de nieuwe steentijd, rond 2000 v. Chr., 1400 jaar na het einde van de Swifterbantcultuur, wordt geschat dat er rond de 10.000 mensen in Nederland leefde. Dat ook het aantal Swifterbanters toenam, is dan ook erg aannemelijk. Zij waren uiteraard niet gelijkmatig verdeeld over het land, maar zullen geconcentreerd geleefd hebben op bepaalde locaties en regio’s.
Het is niet duidelijk in hoeverre de Swifterbantcultuur ook voorkwam op de ‘droge’ gronden in Nederland, verder landinwaarts. Dit wordt niet uitgesloten, omdat dit gebied deels overeenkwam met hun leefgebied in de ‘natte’ delen van Nederland; de hogere dekzandgebieden kenden namelijk ook natte onderdelen, zoals beken, rivieren, vennen en beenmoerassen. Bovendien kunnen de vele Swifterbantse doorboorde dissels die zijn aangetroffen in de hogere dekzandgebieden, ook een indicatie zijn dat zij hier hebben verbleven. Andere sporen, zoals aardewerk, zijn mogelijk door erosie in dit gebied verdwenen. Omdat in de nattere delen, zoals West-Nederland, het aardewerk afgedekt werd met veen of klei, bleef het aardewerk daar beter bewaard en zijn deze gebieden qua vondsten mogelijk oververtegenwoordigd.


In de bovenstaande kaart zijn de vindplaatsen van (o.a.) de Swifterbantcultuur weergegeven in de huidige vorm van Nederland. Ten tijde van de Swifterbantcultuur zag Nederland er echter anders uit. Nederland veranderde bovendien in de periode van de Swifterbanters, zoals hieronder weergegeven. In het onderdeel ‘Klimaat en landschap‘ wordt hier verder op ingegaan.


