Tatoeages: Gegraveerd verleden bij de Swifterbanters?

Er zijn geen bewijzen aangetroffen dat de Swifterbanters tatoeages hadden. Of zij tatoeages hadden, weten we dus niet.

Het gebruik van tatoeages is zeer oud. Sommige bronnen vermelden dat dit gebruik mogelijk al in de Oude Steentijd (Paleolithicum) voorkwam; Op rotstekeningen en kleine standbeeldjes, zoals de ivoren Leeuwenman (40.000 v. Chr.) en de Venus van Hohle Fels (35.000 tot 40.000 v. Chr.), beide in het zuiden van Duitsland aangetroffen. Deze hebben menselijke figuren met strepen en stippen op hun lichaam. Onduidelijk is echter of deze huidtekeningen permanent waren (en niet tijdelijk geschilderd) en of ze levensechte afbeeldingen zijn.

Afb.241 De Leeuwenman, een standbeeldje uit de Oude Steentijd, ca. 40.000 v. Chr., met mogelijk 6 tatoeages op de linker bovenarm
Afb.242 De Venus van Hohle Fels, een standbeeldje van een vrouw met mogelijk tatoeages, ong. 35.000 tot 40.000 v. Chr.

In o.a. Japan zijn ook aanwijzingen voor het tattoo-gebruik gevonden, vanaf omstreeks 5000 v. Christus. Dus ten tijde van de Swifterbantcultuur. Het gaat om beeldjes van klei met daarop personen met patronen, mogelijk tatoeages. Het is echter ook hier niet duidelijk of dit een realistische weergave van de realiteit is of dat de pottenbakkers putten uit hun eigen fantasie.

Concrete aanwijzingen van tatoeage-gebruik zijn aangetroffen bij een ijsmummie, Ötzi, uit ongeveer 3300 v. Christus. Deze ijsmummie werd gevonden in de Alpen op de grens van Oostenrijk en Italië. Dit was ongeveer 100 jaar na de Swifterbantcultuur. Onderzoekers vonden op Ötzi’s lichaam tussen de 57 tot 61 tatoeages (bronnen noemen verschillende getallen). Uit analyses blijkt dat de tatoeages met roet of houtskool zijn gemaakt. Tatoeages werden destijds niet gezet met een naald, maar door roet/houtskool te wrijven in kleine sneetjes in de huid. Sommige onderzoekers menen dat het hier gaat om een vroege vorm van acupunctuur om klachten/pijn te bestrijden. De tatoeages bevinden zich op plekken waar hij last had van artrose: knieën, onderrug, polsen en enkels. Ötzi’s tatoeages lijken op streepjescodes en om zijn linker pols vormen ze een armband.

Afb.243 Reconstructie van de tatoeages op de rug zoals bij Ötzi aangetroffen
Afb.244 Tatoeages op de pols van Ötzi

Archeologen en historici gaan er van uit dat de oude Egyptenaren een van de eerste culturen waren waarbij het tatoeëren een breed gebruik was. Met name uit de periode van het Middenrijk, globaal tussen 2040 en 1780 v. Chr., werden veel mummies aangetroffen met tatoeages. Het aanbrengen van tatoeages in de huid was bij Egyptenaren niet alleen om decoratieve redenen. Mannen geloofden ook dat als ze hun vrouwen een tattoo gaven, dit hielp om de pijn bij bevallingen te verlichten én om mannen met foute bedoelingen op afstand te houden.

Het lijkt er op dat de prehistorische tatoeages cosmetische- en religieuze functies hadden en dat ze dienden om hun sociale status aan te geven. Een andere functie lijkt pijnbestrijding te zijn geweest, zoals bij de ijsmummie Ötzi. Daarnaast hadden de tattoos mogelijk een functie bij rouwverwerking; de as van iemands verbrandde lijk werd in gemaakte wondjes bij de rouwenden gestrooid; waardoor deze na heling nog zwarte vlekjes gaven als nagedachtenis aan de overledene.

Er zijn dus geen concrete aanwijzingen dat tatoeëren binnen de Swifterbantcultuur of in het gebied rondom de Swifterbantcultuur werd toegepast, laat staan een breed gebruik was. Sporen hiervoor zijn echter ook moeilijk te verwachten, aangezien huid alleen in hele bijzondere omstandigheden bewaard blijft. Wetenschappelijke bronnen vermelden dan ook niets over tatoeage-gebruik bij de Swifterbantcultuur en ook vermoedens worden niet vermeld. De kans dat de Swifterbanters tatoeages toepasten, zal dan ook heel klein zijn geweest. Wel zijn er aanwijzingen en bewijzen dat tatoeages in andere gebieden en in een wat latere periode dan de Swifterbantcultuur werden gebruikt. Op basis hiervan, kan het dus ook niet geheel worden uitgesloten.